Voordracht bij herdenking van 70 jaar Soevereniteitsoverdracht, Nationaal Archief, Den Haag 15 december 2019
Precies 10 jaar geleden, ter gelegenheid van de 60-jarige herdenking van de soevereiniteitsoverdracht, hadden we bij de Indonesische afdeling van de Wereldomroep een aantal speciale uitzendingen. Een daarvan was een interactieve uitzending met onze partnerstations in Indonesië waarin luisteraars van die stations de gelegenheid kregen om vragen te stellen, en wijlen Rosihan Anwar was de studiogast. Deze doorgewinterde Indonesische journalist deed in 1949 verslag van de ronde tafel conferentie in de Ridderzaal en speciaal voor deze gelegenheid hadden we hem in Hilversum uitgenodigd. Als regisseur van deze uitzending herinner ik me nog goed een vraag van een luisteraar uit Padang, West-Sumatra. Zijn vraag luidde: wat viel er met Nederland eigenlijk te onderhandelen? We hebben toch al de proclamatie van onze onafhankelijkheid, en verschillende landen hadden Indonesië toch ook al erkend? Was dat niet voldoende? Het antwoord van Anwar weet ik niet meer precies. Het was zoiets als Nederland was onze kolonisator die destijds weer probeerde Indonesië te heroveren. Maar nu, 10 jaar later, begrijp ik pas waarom onze luisteraar deze vraag stelde.
Ja, waarom hechtte deze luisteraar meer waarde aan de proclamatie van de onafhankelijkheid dan aan het resultaat van de onderhandelingen met Nederland? Voor ons Indonesiërs is de proclamatie van 17 augustus 1945 de geboorte van onze natie. Wat kan nog belangrijker zijn dan deze proclamatie? Indonesië is zeker niet het eerste en enige land dat belang hecht aan zijn zelfgekozen geboortedag.
Voordat ik verder ga met deze kwestie wil ik het graag over de verschillen hebben. Ik bedoel de verschillen in de terminologie die gehanteerd wordt door Indonesië en Nederland. De gebeurtenissen van 27 december 1949, nu 70 jaar geleden, staan in Nederland bekend als de soevereiniteitsoverdracht. Hoewel de Indonesische titel van het officiële document van de soevereiniteitsoverdracht penjerahan kedaulatan is, wordt deze term niet door iedereen gebruikt om de soevereiniteitsoverdracht aan te duiden. Sommigen gebruiken inderdaad penyerahan kedaulatan, maar anderen zeggen pengakuan kedaulatan, oftewel soevereiniteitserkenning. Pengakuan of erkenning omdat daarmee Nederland Indonesië erkende als een onafhankelijke staat en het dus de proclamatie van 17 augustus 1945 niet meer hoefde te erkennen.
We weten verder dat het belangrijkste resultaat van de soevereiniteitsoverdracht was dat de Republik Indonesia Serikat, oftewel de Verenigde Staten van Indonesië, werd opgeheven in augustus 1950, dus nog geen jaar na de soevereiniteitsoverdracht. Als dit belangrijkste resultaat van de laatste onderhandelingen met Nederland was opgeheven, wat bleef er dan nog over? Vandaar dat men in Indonesië meer waarde hecht aan de proclamatie van 17 augustus 1945.
Als soevereiniteitsoverdracht geen eenduidige vertaling in het Indonesisch kent, zijn er tenminste twee begrippen die wel als eenduidig worden vertaald. Het eerste is agresi militer, oftewel militaire agressie. In Nederland staat dit bekend als politionele acties. Tegenwoordig duiken in Nederland echter ook andere begrippen op. Men spreekt nu bijvoorbeeld vaker over koloniale oorlog, maar in Indonesië houdt men nog vast aan agresi militer. Bij mijn weten is er niemand die een andere term dan deze propageert.

In Nederland noemt men het beleid van gouverneur-generaal Johannes van den Bosch, dat hij op Java voerde van 1830 tot 1870, het cultuurstelsel. Indonesiërs daarentegen noemen dit beleid tanam paksa oftewel gedwongen teelt. De Javaanse boeren werden in die tijd namelijk gedwongen bepaalde gewassen te telen (bijvoorbeeld koffie) en het product tegen een vastgestelde prijs aan de Nederlandse Handelmaatschappij NHM te verkopen. Bij mijn weten is Jan Breman de enige die in Nederland de terminologie gedwongen teelt hanteert.
Wat valt er te zeggen over dit verschil in terminologieën? De Nederlandse termen cultuurstelsel, politionele acties en soevereiniteitsoverdracht zijn in eerste instantie ontstaan aan de kant van de beleidmakers. De Indonesische termen daarentegen weerspiegelen de kant van de mensen die doelwit waren van het beleid en vooral hoe ze een bepaald beleid ervoeren. De Nederlandse en Indonesische terminologieën staan dus haaks op elkaar. Zo legt de Nederlandse term cultuurstelsel de nadruk op het stelsel, terwijl de Indonesische tanam paksa (gedwongen teelt) benadrukt hoe Indonesiërs het cultuurstelsel ondergingen. Dit komt vermoedelijk doordat Indonesiërs niet betrokken waren bij het nemen van beleidsbeslissingen.
Soevereiniteitsoverdracht, terug naar ons hoofdthema, wordt maar heel summier behandeld in Indonesische geschiedenisboeken. Ik heb acht lesboeken voor middelbare scholieren doorgebladerd alle beschrijven uitvoerig de proclamatie van 17 augustus 1945. Slechts een boek behandelt ook de soevereiniteitsoverdracht en hierin lezen we de term serah terima kedaulatan, hetgeen inderdaad soevereiniteitsoverdracht betekent. Deze beschrijving beslaat minder dan twee pagina’s en bevat ook nog eens enkele fouten. Zo staat er dat koningin Wilhelmina de overdracht ondertekende. Het is duidelijk dat de schrijvers van dit boek er niet van op de hoogte waren dat koningin Wilhelmina een jaar eerder haar troon had overgedaan aan haar dochter Juliana. De vermoedelijke oorzaak daarvan was dat Wilhelmina moeite had met het erkennen van het verlies van Indië.

Het lesboek noemt ook de 13-koppige Indonesische delegatie onder leiding van Hatta met naam en toenaam, waaronder Soemitro Djojohadikoesoemo, de vader van Prabowo Subianto die dit voorjaar de presidentsverkiezingen verloor. Terwijl van de Nederlandse kant niet alleen premier Drees zijn handtekening zette maar het hele kabinet, ben ik als Indonesiër reuze benieuwd naar wie zijn handtekening heeft gezet aan Indonesische kant. Was het alleen Hatta? Of nog iemand anders? Maar helaas is de pagina van de Indonesische kant niet zichtbaar tijdens de tentoonstelling Het Geheugenpaleis hier in het Nationaal Archief. Toen ik een medewerker vroeg of hij die pagina voor me wilde omslaan, zei hij dat ik daarvoor eerst per mail een verzoek moest indienen. Best een hele omweg voor zoiets simpels als een blad omslaan, dacht ik toen. En aangezien ik niet van plan was om naar Den Haag terug te gaan alleen voor de handtekeningen van de Indonesische delegatie op het document van de soevereiniteitsoverdracht, heb ik ook maar geen mail gestuurd.
Een uitvoerige en zo goed als foutloze beschrijving van de soevereiniteitsoverdracht staat in deel zes van Sejarah Nasional Indonesia (Nationale geschiedenis van Indonesië) door Sartono Kartodirdjo et al, een standaardwerk over de Indonesische geschiedenis, waarschijnlijk vergelijkbaar met het standaardwerk van Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In dit boek wordt de term soevereiniteitsoverdracht vertaald als pengakuan kedaulatan, soevereiniteitserkenning. Volgens de schrijvers omdat door de proclamatie van 17 augustus 1945 Indonesië als een onafhankelijke staat al soeverein was. Pas op 27 december 1949 erkende Nederland die Indonesische soevereiniteit.
Ik heb reeds gezegd dat Indonesië zeker niet het eerste en enige land is dat meer belang hecht aan zijn zelfgekozen geboortedag. Maar welk land was het eerste dat zijn onafhankelijkheid verklaarde? Dames en heren staat u mij toe een vergelijking te trekken tussen het Nederlands Plakkaat van Verlatinge met de Indonesische proclamatie van onafhankelijkheid, om vervolgens de Vrede van Münster met de soevereiniteitsoverdracht te vergelijken.
Als een Indonesiër hoef ik u natuurlijk niet te zeggen dat het Plakkaat van Verlatinge op 26 juli 1581 werd ondertekend in Den Haag. Toen ik begin vorig jaar het nieuws hoorde dat dit plakkaat gekozen was tot ‘Het pronkstuk van Nederland’ dacht ik meteen dat dit plakkaat eigenlijk vergelijkbaar is met onze proclamatie van 17 augustus 1945. Kijk aan, de Hollanders waren eerder dan wij in het opeisen van hun onafhankelijkheid, dacht ik toen. En waarom niet? Nederland was niet alleen eerder onafhankelijk, het was ook eerder dan wij een republiek, een gedurfde staatsvorm in die tijd. Zou het kunnen zijn dat de Indonesische fouding fathers geïnspireerd waren door het Plakkaat van Verlatinge? Tijdens hun studie hebben ze ongetwijfeld kennis gemaakt met dit hoogtepunt in de Nederlandse geschiedenis.
De Vrede van Münster, eigenlijk een onderdeel van de Vrede van Westfalen, was in 1648 ondertekend door Spanje en Nederland. Spanje, de voormalige heerser, erkende daarmee de Republiek van Verenigde Provinciën als een soevereine staat. In 1949 herhaalde de geschiedenis zich in Amsterdam toen de soevereiniteitsoverdracht werd ondertekend door Nederland en Indonesië. Eindelijk erkende Nederland Indonesië als een soevereine staat, precies als Spanje ruim drie eeuwen eerder.
Toegegeven, er zijn zeker meer verschillen dan overeenkomsten tussen het Plakkaat van Verlatinge en de proclamatie van 17 augustus 1945, ook tussen de Vrede van Münster en de soevereiniteitsoverdracht van 1949. Het was de Staten-Generaal die besloten had om Filips II de rug toe te keren, en griffier Jan van Asseliers kreeg de opdracht dit besluit in een plakkaat te vervatten. Binnen vier dagen vervaardigde hij een tekst die in gedrukte vorm twintig pagina’s beslaat. De proclamatie van Indonesische onafhankelijkheid was door een groepje van zes Indonesiërs en drie Japanners opgesteld. Toen de Indonesiërs moeite hadden om het eens te worden over de inhoud van de proclamatie, zijn de Japanners zelfs weggegaan. Ze waren moe en hadden geen zin zich verder te bemoeien met de Indonesische aangelegenheid. Deze Indonesiërs hadden maar een paar uur de tijd om de verklaring op te stellen. Op 17 augustus 1945 kwamen ze bijeen om twee uur s’ nachts en het uitroepen van de proclamatie gebeurde om 10 uur de volgende ochtend. Tijdsdruk was zeker de oorzaak waarom uiteindelijk de proclamatie maar twee zinnen bevatte. [Wij het Indonesische volk proclameren hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië. Aangelegenheden met betrekking tot de overdracht van het bestuur en dergelijke zullen grondig en met spoed worden geregeld.] De Vrede van Münster waarin Spanje de Republiek erkende was het einde van de 80-jarige oorlog, maar dat was wel 67 jaar nadat het Plakkaat van Verlatinge werd afgekondigd. Tussen de proclamatie van 17 augustus 1945 en de soevereiniteitsoverdracht van 27 december 1949 lag maar vijf jaar tijd. Er zit ook zo’n tijdsverschil van zeven jaar tussen de Amerikaanse Declaration of Independence en het bereiken van de autonomie.
In zijn boek over het Plakkaat van Verlatinge plaatst Anton van Hooff dit pronkstuk van Nederland in een reeks documenten die zelfs belangrijk zijn voor de wereldgeschiedenis: de Engelse Bill of Rights van 1689, de Amerikaanse Declaration of Independence van 1776, de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger van 1789 tot de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948. Hoewel de Indonesische proclamatie van onafhankelijkheid inhoudelijk wat mager is om in deze reeks opgenomen te worden, is deze historisch wel vergelijkbaar met het Plakkaat van Verlatinge. De Spanjaarden erkenden deze net zo min als de Nederlanders de proclamatie van 17 augustus 1945 erkenden. Dat is een historische realiteit die niet kan worden weerlegd.
Best jammer dat Nederland zijn geboortedag als natie niet op 26 juli viert, anders dan Indonesië, we vieren namelijk de proclamatie van onze onafhankelijkheid elk jaar op 17 augustus. 27 december laten we altijd ongemerkt voorbijgaan. Misschien is het een goed idee dat een toekomstig staatsbezoek van de Indonesische president aan Nederland op 27 december moet plaatsvinden. Zal Nederland die gedachte kunnen verdragen? Het enige staatsbezoek van een Indonesische president was dat van Soeharto in 1970. In 2010 annuleerde president Yudhoyono zijn staatsbezoek aan Nederland op het laatste moment. Presidenten Wahid en Widodo brachten alleen werkbezoeken aan Nederland, geen staatsbezoeken. Het is dus echt tijd voor de Indonesische president om een staatsbezoek aan Nederland te brengen, en als het aan mij ligt mag dat op 27 december gebeuren.
Het is begrijpelijk dat 27 december 1949 belangrijk is voor Nederland, omdat op die dag het verlies van Indië definitief was. In Nederland zijn er velen die getekend zijn door dit verlies. Omwille van hen kan ik me indenken dat de soevereiniteitsoverdracht toch een markering krijgt in de Nederlandse geschiedschrijving. Het hele avontuur in Indië verdient meer aandacht en zeker ook een plaats in de Nederlandse geschiedschrijving en dus ook in de geschiedenisboeken voor scholieren.
Maar Indonesië is niet alleen het slachtoffer van het kolonialisme. In Oost-Timor ontpopte Indonesië zich tot een wrede dader van onderdrukking van een ander volk. Maar ook in andere delen van de archipel, zoals in Papua, vinden tot op de dag van vandaag serieuze mensenrechtenschendingen plaats. In Oost-Timor werd Indonesië het eerste land in Azië-Afrika, oftewel landen die bevrijd zijn van het kolonialisme, dat zelf kolonisator werd en vervolgens moest dekoloniseren. Beschamend toch, voor een land dat zelf tegen het kolonialisme heeft gevochten. Door de bezetting van Oost-Timor, die gepaard ging met meedogenloze schendingen van de mensenrechten, heeft Indonesië verraad gepleegd aan zijn eigen onafhankelijkheidstrijd. Voor Oost-Timor staat zijn onafhankelijkheid echter niet op 20 mei 2002, zoals officieel door de VN in 2002 is verklaard en door Indonesië erkend. Oost-Timor houdt vast aan 20 november 1975 als zijn datum van onafhankelijkheid na de Portugese overheersing, dus nog voordat Indonesië, in december 1975, binnenviel. 20 mei 2002 is voor hen de dag van herstel van onafhankelijkheid. Indonesië schaart zich dus onder de groep van voormalige kolonisatoren die moeite hebben met het erkennen van historische feiten.

Welke documenten getuigen van deze paradoxale ervaring van Indonesië? Ik denk aan de brief die president Habibie aan het parlement stuurde waarin hij een referendum in Oost-Timor toestond. Of misschien het verslag van de VN over dat referendum. Ik hoop van harte dat deze documenten toegankelijker worden voor het Indonesische publiek en ze hun eigen geschiedenis beter kunnen leren begrijpen.
Thank you, an excellent study Jos.